vrijdag 31 oktober 2014

Muziek: luisteropdracht

Geachte dames en heren.

We zijn al op de helft voor muziek.
Voor nu de luisteropdracht.

Ik heb een muziekstuk gekozen en aan de hand daarvan het stappenplan gevolgd.
Ik vond het lastig om te bedenken, maar ik vond het muziekstuk echt superleuk.
Natuurlijk omdat ik het zelf ook deels kan spelen!

Mijn muziekstuk:
https://www.youtube.com/watch?v=H2-1u8xvk54

Daarbij heb ik ook nog de bladmuziek gebruikt:

 
 
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Dan heb ik nog mijn luisteropdracht,
Succes!
 
Luisteropdracht Comptine d'un autre été van Yann Tiersen.
Klank, vorm, betekenis:
Klank: Het muziekstuk heeft een opvolging van lange en korte klanken. Lange klanken worden zacht en rustig gespeeld. Korte klanken worden hard en snel gespeeld. De ‘achtergrond’ melodie is een herhaling. Die hoor je langzaam en heeft lange klanken. De andere melodie verandert steeds van korte en lange klanken. En van langzaam in snel en weer in langzaam. De twee melodieën vullen elkaar aan en ze spelen samen, zodat het stuk bij elkaar hoort.  
Vorm: De ‘achtergrond’ melodie wordt elke regel weer herhaald. Dit gebeurt het hele stuk door. De andere melodie is een combinatie van herhaling en variatie. Het muziekstuk komt uit de film Amèlie. Het gaat over een jonge vrouw die probeert te helpen en verbeteren van de levens van mensen om haar heen. Comptine d’un autre été heeft een melodisch motief. ‘Speel e e – b – g e – b – e e – b – g e – b voor en iedereen roept ‘Comptine d’un autre été’ of in sommige gevallen ‘Amèlie’. Het muziekstuk wordt daarom ook wel een ostinaat genoemd.
Betekenis: Ik heb al eerder verteld dat het muziekstuk gebruikt wordt in een film. De film gaat over een jonge vrouw die probeert te helpen en verbeteren van de levens van mensen om haar heen. De muziek is daar op gebaseerd en heeft dus zeker een betekenis. De sfeer is een beetje droevig. Alsof ze ergens op wacht. Het heeft daarom een psychologische functie. Het laat je ergens over nadenken. Ik zelf zag mezelf dit al spelen, wat ik ooit heb moeten doen. Echte gevoelens had ik er niet bij. Wel een droevige, trieste sfeer, zoals ik net al zei, maar verder voelde ik er zelf niet meer bij. De letterlijke vertaling is: “aftelrijmpje voor een andere zomer: de middag”.
Luisterstijlen:
De musicerende luisterstijl: Kinderen die zingen, een instrument spelen of op een andere manier in aanraking gekomen zijn met muzieknoten en deze weten te lezen, zouden dit best musicerend kunnen bekijken. Ik zelf heb bijna 10 jaar lang piano gespeeld en heb Comptine d’un Autre été meerdere keren moeten spelen. Ik zou de bladmuziek zo voor me kunnen zien. Ik denk dus niet dat ik de enige ben.
De motorische luisterstijl: Dit muziekstuk kan je best gebruiken om op te dansen. Vooral bij ballet zal dit een gewild stuk zijn. Leerlingen die dansen zullen dit dus best voor zich kunnen zien.
De creatieve luisterstijl: Alleen van toepassing als Amèlie gezien is.
Hoe kinderen luisteren: Kinderen luisteren met hun oren. Meestal horen ze dan de helft niet omdat ze te druk zijn met hun eigen dingen. Als je een kind van de basisschool vergelijkt met een pianist, zal het kind meer letten op de klanken en de verschillen daarvan herkennen, terwijl een pianist de noten waarschijnlijk zo kan naspelen en let op maten, regels etc.
Wat je ze kunt laten ontdekken: Je kunt ze vertellen wat alles inhoud, dus wat een maat is en wat een regel. Je kan ze het bladmuziek geven en het ze laten naspelen met veel begeleiding. Je kan ze ook zelf laten experimenteren. ‘Vertel nou is hoeveel verschillende klanken je hoort’. ‘Zijn deze hard of zacht? Kort of lang?’ Je kan allerlei kanten op.
Opdrachten koppelen aan het muziekstuk:
(Je bent natuurlijk afhankelijk van welke groep je voor je neus hebt. Ik heb zelf nu klas 4 en ga dit bedenken vanaf hun gedachtegang en kennis.)
Als ik zo’n lied zou moeten laten luisteren aan groep 4, zou ik ze eerst uitleg geven over wat een maat is en hoe je die kan horen, wat een regel is en wat hard en zacht, kort en lang, hoog en laag is. Gewoon spelenderwijs. Die kinderen komen tenslotte bijna allemaal vanaf 0% ervaring. Daarbij zou je kunnen begeleiden op de piano, maar hoeft niet. Ik zou dat wel doen. Een hele uitgebreide uitleg is voor groep 4 zeker nodig.
Daarna denk ik dat ze genoeg weten om het stuk te kunnen doen.            Ik zou ze vragen stellen die ik daarvoor heb uitgelegd. Hier een aantal voorbeelden:
1.   Wat is een maat?
2.   Hoeveel maten heeft dit deel van het muziekstuk?
3.   Heeft dit muziek stuk meer korte of meer lange klanken?
4.   Wat is een regel?
5.   Hoeveel regels heeft dit deel van het muziekstuk?
Je zou hierbij kunnen kiezen uit open, gesloten, meerkeuze of sorteervragen, afhankelijk van je doel en groep. Bij groep 4 moet je niet te moeilijke vragen gaan stellen, want het meeste weten ze dan toch niet te beantwoorden. Bij een groep 8 bijvoorbeeld, zou je niet zo’n uitgebreide uitleg hoeven geven, maar gewoon een snelle herhaling. Daar zou je als je dat zou willen, ook moeilijke vragen kunnen stellen.
 
Wat doen de kinderen: tijdens het beantwoorden van de vragen zullen ze aan het musiceren, luisteren en aan het noteren zijn. Sommige kinderen zullen bewegen, omdat deze moeten dansen als ze muziek horen (de kinderen die op dansen zitten).
Mocht je nog tijd hebben / zin hebben om de leerlingen het muziekstuk op een instrument te laten spelen zijn ze aan het bewegen, musiceren, spelen.
Didactische werkvorm:
Aan het begin is het vooral instructievorm. De kinderen luisteren naar wat jij te zeggen of te spelen hebt en zijn verder stil, tenzij er een dringende vraag is.
Tijdens de activiteit zelf is een combinatie van spelvorm en interactievorm. De kinderen zijn bezig met de opdrachten of spelen, alleen of samen, en blijven bezig.
Tijdens het nabespreken is er interactievorm. De kinderen vertellen hoe het was en bespreken de opdrachten na.
Dit gebeurt allemaal klassikaal.
Coöperatief leren: Je kan de kinderen laten samen werken door ze de opdracht samen te laten doen, er een soort spel van maken. Verdeel de groepjes en geef ze een papier om de antwoorden op te schrijven. Het groepje met de meeste goede antwoorden wint.
Verrassende opening: Het muziekstuk eerst zelf spelen als intro, of überhaupt een muziekstuk op de piano spelen is verrassend genoeg lijkt me. Dan krijg je de kinderen zeker wel stil.
Nabespreken: Nadat alle opgaven besproken zijn, waar meestal nog wat extra uitleg bij nodig, is wat ik meestal doe nadat ik een les of activiteit heb gegeven, vragen wat de kinderen ervan vonden en wat ze er nog van weten. ‘Wat ging goed?’ of  ‘Wat ging niet zo goed?’ zijn dan ook veelgestelde vragen.
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten