We zijn al op de helft voor muziek.
Voor nu de luisteropdracht.
Ik heb een muziekstuk gekozen en aan de hand daarvan het stappenplan gevolgd.
Ik vond het lastig om te bedenken, maar ik vond het muziekstuk echt superleuk.
Natuurlijk omdat ik het zelf ook deels kan spelen!
Mijn muziekstuk:
https://www.youtube.com/watch?v=H2-1u8xvk54
Daarbij heb ik ook nog de bladmuziek gebruikt:

Dan heb ik nog mijn luisteropdracht,
Succes!
Luisteropdracht Comptine d'un autre été van Yann Tiersen.
Klank, vorm, betekenis:
Klank: Het muziekstuk heeft een opvolging van lange en korte
klanken. Lange klanken worden zacht en rustig gespeeld. Korte klanken worden
hard en snel gespeeld. De ‘achtergrond’ melodie is een herhaling. Die hoor je
langzaam en heeft lange klanken. De andere melodie verandert steeds van korte
en lange klanken. En van langzaam in snel en weer in langzaam. De twee
melodieën vullen elkaar aan en ze spelen samen, zodat het stuk bij elkaar
hoort.
Vorm: De ‘achtergrond’ melodie wordt elke regel weer
herhaald. Dit gebeurt het hele stuk door. De andere melodie is een combinatie
van herhaling en variatie. Het muziekstuk komt uit de film Amèlie. Het gaat
over een jonge vrouw die probeert te helpen en verbeteren van de levens van
mensen om haar heen. Comptine d’un autre été heeft een melodisch motief. ‘Speel
e e – b – g e – b – e e – b – g e – b voor en iedereen roept ‘Comptine d’un
autre été’ of in sommige gevallen ‘Amèlie’. Het muziekstuk wordt daarom ook wel
een ostinaat genoemd.
Betekenis: Ik heb al eerder verteld dat het muziekstuk gebruikt
wordt in een film. De film gaat over een jonge vrouw die probeert te helpen en
verbeteren van de levens van mensen om haar heen. De muziek is daar op
gebaseerd en heeft dus zeker een betekenis. De sfeer is een beetje droevig.
Alsof ze ergens op wacht. Het heeft daarom een psychologische functie. Het laat
je ergens over nadenken. Ik zelf zag mezelf dit al spelen, wat ik ooit heb
moeten doen. Echte gevoelens had ik er niet bij. Wel een droevige, trieste
sfeer, zoals ik net al zei, maar verder voelde ik er zelf niet meer bij. De
letterlijke vertaling is: “aftelrijmpje voor een andere zomer: de middag”.
Luisterstijlen:
De musicerende luisterstijl: Kinderen die zingen, een instrument spelen of op een
andere manier in aanraking gekomen zijn met muzieknoten en deze weten te lezen,
zouden dit best musicerend kunnen bekijken. Ik zelf heb bijna 10 jaar lang
piano gespeeld en heb Comptine d’un Autre été meerdere keren moeten spelen. Ik
zou de bladmuziek zo voor me kunnen zien. Ik denk dus niet dat ik de enige ben.
De motorische luisterstijl: Dit muziekstuk kan je best gebruiken om op te dansen.
Vooral bij ballet zal dit een gewild stuk zijn. Leerlingen die dansen zullen
dit dus best voor zich kunnen zien.
De creatieve luisterstijl: Alleen van toepassing als Amèlie gezien is.
Hoe kinderen luisteren: Kinderen luisteren met hun oren. Meestal horen ze dan
de helft niet omdat ze te druk zijn met hun eigen dingen. Als je een kind van
de basisschool vergelijkt met een pianist, zal het kind meer letten op de
klanken en de verschillen daarvan herkennen, terwijl een pianist de noten
waarschijnlijk zo kan naspelen en let op maten, regels etc.
Wat je ze kunt laten ontdekken: Je kunt ze vertellen wat alles inhoud, dus wat een maat
is en wat een regel. Je kan ze het bladmuziek geven en het ze laten naspelen
met veel begeleiding. Je kan ze ook zelf laten experimenteren. ‘Vertel nou is
hoeveel verschillende klanken je hoort’. ‘Zijn deze hard of zacht? Kort of
lang?’ Je kan allerlei kanten op.
Opdrachten koppelen aan het
muziekstuk:
(Je bent natuurlijk
afhankelijk van welke groep je voor je neus hebt. Ik heb zelf nu klas 4 en ga
dit bedenken vanaf hun gedachtegang en kennis.)
Als ik zo’n lied zou
moeten laten luisteren aan groep 4, zou ik ze eerst uitleg geven over wat een
maat is en hoe je die kan horen, wat een regel is en wat hard en zacht, kort en
lang, hoog en laag is. Gewoon spelenderwijs. Die kinderen komen tenslotte bijna
allemaal vanaf 0% ervaring. Daarbij zou je kunnen begeleiden op de piano, maar
hoeft niet. Ik zou dat wel doen. Een hele uitgebreide uitleg is voor groep 4
zeker nodig.
Daarna denk ik dat ze
genoeg weten om het stuk te kunnen doen. Ik zou ze vragen stellen die ik
daarvoor heb uitgelegd. Hier een aantal voorbeelden:
1.
Wat is een maat?
2.
Hoeveel maten heeft
dit deel van het muziekstuk?
3.
Heeft dit muziek
stuk meer korte of meer lange klanken?
4.
Wat is een regel?
5.
Hoeveel regels
heeft dit deel van het muziekstuk?
Je zou hierbij kunnen
kiezen uit open, gesloten, meerkeuze of sorteervragen, afhankelijk van je doel
en groep. Bij groep 4 moet je niet te moeilijke vragen gaan stellen, want het
meeste weten ze dan toch niet te beantwoorden. Bij een groep 8 bijvoorbeeld,
zou je niet zo’n uitgebreide uitleg hoeven geven, maar gewoon een snelle
herhaling. Daar zou je als je dat zou willen, ook moeilijke vragen kunnen
stellen.
Wat doen de kinderen: tijdens het beantwoorden van de vragen zullen ze aan
het musiceren, luisteren en aan het noteren zijn. Sommige kinderen zullen
bewegen, omdat deze moeten dansen als ze muziek horen (de kinderen die op
dansen zitten).
Mocht je nog tijd hebben /
zin hebben om de leerlingen het muziekstuk op een instrument te laten spelen
zijn ze aan het bewegen, musiceren, spelen.
Didactische werkvorm:
Aan het begin is het
vooral instructievorm. De kinderen luisteren naar wat jij te zeggen of te
spelen hebt en zijn verder stil, tenzij er een dringende vraag is.
Tijdens de activiteit zelf
is een combinatie van spelvorm en interactievorm. De kinderen zijn bezig met de
opdrachten of spelen, alleen of samen, en blijven bezig.
Tijdens het nabespreken is
er interactievorm. De kinderen vertellen hoe het was en bespreken de opdrachten
na.
Dit gebeurt allemaal
klassikaal.
Coöperatief leren: Je kan de kinderen laten samen werken door ze de
opdracht samen te laten doen, er een soort spel van maken. Verdeel de groepjes
en geef ze een papier om de antwoorden op te schrijven. Het groepje met de
meeste goede antwoorden wint.
Verrassende opening: Het muziekstuk eerst zelf spelen als intro, of
überhaupt een muziekstuk op de piano spelen is verrassend genoeg lijkt me. Dan
krijg je de kinderen zeker wel stil.
Nabespreken: Nadat alle opgaven besproken zijn, waar meestal nog wat
extra uitleg bij nodig, is wat ik meestal doe nadat ik een les of activiteit
heb gegeven, vragen wat de kinderen ervan vonden en wat ze er nog van weten.
‘Wat ging goed?’ of ‘Wat ging niet zo
goed?’ zijn dan ook veelgestelde vragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten